Een mens voor de klas


_Ashley

Het voelt als een enorme voldoening om aan dit project Ruimtemakers te werken waar het inzicht in mijn eigen persoonsvorming zo hand in hand gaat met het creëren van ruimte voor de ander. Dit proces voelde nooit heel relevant voor een ander tot ik besloot kunstdocente te worden. Ik ervaarde wat het betekende om een pedagogische rol te vervullen en de nuancering die het vergt. Toen ik tijdens de studie zelf moeder werd gaf dat een extra inzicht en zachtheid naar mijn leerlingen toe.

Kinderen kijken dwars door je heen. Ze hebben nog niet die schilden opgetrokken of overtuigingen die hun ervaringen kleuren. Ze registreren wat je ze geeft en reageren daarop. Die wisselwerking vind ik enorm interessant. Ik geloof heel sterk in dat wat je geeft, je ook terug krijgt en wat je terugkrijgt is zo enorm waardevol!

Ik heb dan ook vrij snel besloten dat ik de onzekerheden die ik heb, over mijn rol als kunstdocente, te omarmen en daar transparant over te zijn.



Dat heb ik gedaan door gewoon te doen, aan te grijpen, open te zijn, te communiceren, soms even flink op je bek te gaan, omzwervingen te maken en daar ook niet heel veel doekjes om te winden, ben ik ruimte gaan maken voor mijzelf als mens en als professional. Bij elke hobbel ontdek ik weer iets wat wel of juist niet bij mij past. Ik handel naar mijn voorkeuren en sterke kanten zonder de valkuilen te negeren.

Marike Hoekstra heeft het in haar podcast van Kunsteducatie Doorgelicht over de Third Space. Een subjectieve ruimte die pas ontstaat als jij jezelf (als (kunst)docent begeeft op snijvlak van kunst en educatie. Hiervoor is het nodig dat jij jezelf ziet als een complexe identiteit, met allerlei verhalen en ervaringen. Die tegenstellingen en compleetheid daarvan in jou als mens mogen voor de klas als docent niet ontbreken volgens Hoekstra.


Hoe kun je van je leerlingen verwachten dat zij zich als persoon ontwikkelen als jij dat zelf ook niet laat zien?

Diezelfde ambiguïteit waar Hoekstra het over heeft komt ook naar voren in Melissa Bremmer, Emiel Heijnen en Jorge Lucero’s stuk; School as Material uit 2018. Het combineren en liefst zelfs laten samensmelten van je kunstenaarschap samen met je docentschap ziet hij als een sterke meerwaarde voor het onderwijs.
Volgens het Afrikaanse Humanisme is een mens niet alleen goed of slecht. Ieder bezit beide kanten. Vanuit dit perspectief kan ik veel meer geven in mijn rol als kunstdocente. De ruimte voor mij als kunstdocente, als compleet mens, krijgt steeds meer vorm. Naarmate ik mij verder ontwikkel als mens wordt de ruimte die ik maak steeds veilig en vrijer.





Stoep-krij-ten


_Ashley







Een kunstwerk in de buitenruimte maken, mijn eerste groepsopdracht met de ISK leerlingen

Yayoi Kusama

 ter inspiratie om groot en in kleur te denken








Democratisch lesgeven


_Ashley




Als ik lessen van andere docenten observeer voel ik altijd een weerstand bij het terugpakken van de orde als een autoriteit. De grens tussen

‘otheren’

zoals Marike Hoekstra dat noemt, is dan heel dun, waarbij je de leerling kleiner maakt dan jouzelf. De docent is er om je te helpen ontwikkelen en doet dit dmv grenzen te stellen. Als je iets niet wilt, vind ik dat heel begrijpelijk. Ik reik aan, vraag door en ik stimuleer iemand zo veel mogelijk, maar ik verplicht nooit. Het is aan de leerling om iets ook aan te nemen. In de praktijk schuurt dit natuurlijk. Wanneer laat je het bij de ander om er iets mee te doen?

Daarnaast schuurt het extra omdat ik het nog niet altijd helemaal scherp heb wat de regels en grenzen zijn van de ruimte die ik creëer. Een veilige leeromgeving betekent ook kaders vormen om de vier R’s (rust, regelmaat, rechtvaardigheid en redelijkheid) te creëren. Mijn manier van lesgeven werd laatst door iemand omschreven als democratisch. Een labeltje waar ik tot dat moment nog nooit bewust bij stil had gestaan, maar wel eentje die ik met trots zou willen dragen.



Elke democratie gaat gepaard met wetten die voor iedereen gelden. De motivatie erachter, de wijze waarop ze tot stand komen en de handhaving ervan zegt het meeste over de werkelijke democratische waarde ervan. Het belangrijkste voor mij is dat ik niet verval in het ‘otheren’.


Iets wat ik ook gewoon af en toe doe tijdens hectische momenten

en waar ik ook meteen van baal als het gebeurt. Het betekent dat ik de grenzen binnen het klaslokaal verder moet durven definiëren en beter moet communiceren met de groep.

Carolien heeft mij op het idee gebracht om samen met de leerlingen de regels op te stellen. Iets wat zij ook met haar klas heeft gedaan. Ze gaf de leerling hiermee een stem. Ik neem dit mee voor nieuwe groepen waarmee ik zal gaan werken. Het beste moment hiervoor lijkt mij op het moment dat de functie van de regels nog niet onder druk staan door bijv. een ordeprobleem of een conflict.






Kenmerken van een goede docent


_Ashley


HOI!︎







Mijn inspiratie voor kenmerken van een goede docent



︎︎︎ iemand die je ziet (Biesta, diverse docenten uit de praktijk)

︎︎︎ iemand die naar je luistert (Biesta, diverse docenten uit de praktijk)

︎︎︎ iemand die niet oordeelt (Democratisch onderwijs, Transformatief leren)

︎︎︎ iemand die suggesties doet (Transformatief leren)

︎︎︎ iemand die helpt inzicht geven (Transformatief leren)

︎︎︎ iemand die verrast (School as Material, Pavel van Houten, Maarten Bel)

︎︎︎ iemand die inspirerende kaders biedt (Enabling constraints zoals beschreven in Wicked Arts Assignments)







Namen leerlingen



_Ashley



Een stukje advies wat ik bij nieuwe klassen ter harte heb genomen:

leer de namen van je leerlingen uit het hoofd!

Ik heb het succes ervan al ervaren bij eerdere stages en ook het fiasco als ik de namen niet wist. Dus op de ISK van het Olympia College heb ik hier veel geïnvesteerd om de namen te leren. Juist omdat deze leerlingen de taal nog niet vaardig zijn reageert ze helft van mijn klas niet als ik de aandacht wil terugpakken in een les. Dat is geen onwil, de woorden komen niet binnen en het gaat gewoon langs ze heen. Dan is het heel prettig dat ik ze bij hun naam kan noemen en zo duidelijk maak wat ik van ze verwacht. Ik ga gerust de hele klas af als dat nodig is. Ik kijk ze aan en wacht rustig af tot ze reageren. Zo voelt het ook niet als standje of op 1 specifiek persoon gericht. Ze voelen zich gezien en zijn veel meer bereid om op te letten.